
Maar, wat ze als laatste punt noemde raakte me nog het meest. Ze zei namelijk dat ik, als hij thuis is, altijd zo moe ben en geen aandacht/tijd voor haar heb. Dat ik dan chagrijniger ben, kortaf en 's avonds zo afgedraaid ben dat ik tot niks meer kom. Dat ik dan ook geen zin heb om nog iets voor of met de anderen te doen. En dát kwam binnen. Ze sloeg daarmee precies de spijker op zijn kop, of beter gezegd; ze sprak daarmee mijn enorme schuldgevoel aan. Want dat is mijn eeuwige dilemma; hoe kan ik er voor zorgen dat én M én de andere kinderen niks te kort komen aan aandacht. Hoe kan ik het zo voor elkaar krijgen dat ze zich allemaal gehoord, gezien voelen door mij?
Dat zij dat zo duidelijk benoemde gaf mij redenen om daar weer eens goed over na te denken; wat heeft ieder kind nodig? Waarmee kan ik ze helpen:? Wat is wijsheid om te doen.
Ik zat nog midden in dat proces toen aan het einde van de zomervakantie de vader van M aangaf het niet meer vol te houden zoals het nu gaat. Hij doet vrijwilligerswerk bij een poppodium in de weekenden en voelde zich door het feit dat onze zoon elk weekend thuis is teveel belemmerd in zijn keuze om wel of niet te werken. Of we het 'systeem' misschien konden aanpassen?! Bovendien vond hij het te zwaar worden om onze spruit zo vaak thuis te hebben. Slik. Tegelijkertijd kwamen er geluiden vanuit Emmen, waar zoonlief woont, dat de groep veel meer gewend is aan zijn aanwezigheid nu hij in de vakantie wat vaker daar bleef in de weekenden.....en ook zoonlief raakte duidelijk meer en meer op zijn gemak daar in Emmen. Hij is duidelijk rustiger, meer tevreden en vindt er goed zijn draai. En weer: slik. Ik wil eigenlijk niet dat hij het daar als thuis gaat zien, zijn thuis is hier, bij mij..... Maar is dat zo langzamerhand niet een heel egoïstische gedachte geworden? Ben ik niet de enige die dat vind/voelt?
Als voorlopige oplossing bedachten vader en ik dat het mannetje dan vanaf september één weekend per maand in Emmen zal blijven. Hoewel vader wel gelijk aangaf dat hij eigenlijk toe wil naar om het andere weekend. Maar dat vond ik wat erg kort door de bocht en die beslissing kan ik echt niet zomaar, zo snel maken. Uiteindelijk zal het daar wel op neerkomen; ik kan de weekenden met M niet alleen doen zeg maar en als vader het niet meer trekt, niet meer wil houdt het gewoon op. En dus blijft zoonlief nu één weekend per maand al in Emmen.
En nu doet zich iets heel geks voor, tenminste, in mijn ogen. Door dat ene weekend hem niet thuis hebben, merk ik pas hoe zwaar het is om hem wél thuis te hebben. Alsof ik nu, nu er ruimte is, vanaf een afstandje kan toekijken en kan ervaren hoeveel aanpassingen we doen voor hem, hoeveel beslag hij op me legt, hoe zwaar het zorgen voor hem me valt. Altijd op je hoede zijn, op scherp staan, over elke stap nadenken, elke handeling overdenken. Het leven in een strak schema om hem zoveel mogelijk voorspelbaarheid, structuur, regelmaat te geven. Niks kunnen vergeten: koelkast op 'slot', tafel helemaal leeg, eetbare dingen buiten bereik opruimen, bekers niet halfvol wegzetten, deuren op slot, tuin goed afsluiten. Niet meer ontelbare keren per dag zijn koptelefoon op zijn hoofd terugzetten of de Ipod resetten omdat hij weer op alle knopjes heeft gedrukt. Niet meer de cd's en dvd's ontelbare keren terugdoen in het kastje, niet meer bang hoeven zijn als hij rustig op zijn kamer is omdat dat meestal inhoudt dat hij zijn luier uit heeft getrokken. Even niet precies om vijf uur klaarzitten met zijn eten. Even pauze van zijn gegil omdat hij persé iets mee wil in bed en ik er niet achter kan komen wát het is. Overdag de tv niet aan hoeven te zetten op die akelige muziek zender.
Kortom: rust.
En, ik geniet er van. Maar, nee, dat durf ik niet hardop te zeggen. Voel me zo schuldig dat ik geniet van die rust. Rust om op verjaardagsvisite te gaan, te zitten en zomaar te fröbelen, naar de stad te gaan met dochterlief en pas vijf voor zes thuiskomen, lekker te fietsen met kaboutertje, op de spelcomputer te spelen met de zonen, 's avonds nog de fut hebben om te helpen met huiswerk. Gewoon, de rust om verder te gaan of juist om stil te staan. Aan ons de keuze. Met altijd op de achtergrond dat kleine irritante stemmetje: ja maar hij dan, hij hoort hier ook bij.